FAILURE TO TRANSMIT ~ inleiding door Ruth Noack

Symposia zijn doortrokken van rituelen die kennishiërarchieën versterken. Door dit onder de aandacht te brengen in het decor van een theatervoorstelling, hopen we dat uiteenlopende participatieve praktijken meer gewicht krijgen en dat er een discussie ontstaat over gemeenschappelijkheid en verschil op basis van de bijdrage van de experts. ‘Wat is een niet-overdraagbare vorm?’ Deze vraag snijdt een onderwerp aan dat eigenlijk nog niet bestaat. Alle pogingen van de organisator van dit symposium om het nader te omschrijven zijn tot dusverre mislukt.

Niettemin is het een vraag die nodig moet worden gesteld, als tegenwicht voor de even wijdverbreide als steelse manoeuvres waarmee de gemondialiseerde kunstwereld allerlei lastige vragen die gesteld en beantwoord zouden moeten worden terzijde schuift. In plaats daarvan moeten we het doen met slimme curatoren die goed ingevoerd zijn in de complexe machtsverhoudingen in de kunstwereld, en die ondertussen kunstwerken van het ene continent naar het andere laten vervoeren alsof het handelswaar is en personen op stel en sprong voor een optreden laten invliegen.

Hoewel dit gezien kan worden als legitimatie van een bepaalde kunst- en tentoonstellingspraktijk, produceert het niet automatisch betekenissen en ervaringen die er toe doen.

Het is de hoogste tijd om ons af te vragen of er iets is dat weerstand kan bieden aan deze transnationale handel in voorwerpen, mensen en netwerken. Tijdens dit symposium zal worden ingegaan op de mogelijkheden die de vorm heeft om weerstand te bieden. Maar daarbij moet vanaf het begin wel benadrukt worden dat deze niet-overdraagbaarheid van de vorm niet gelijkgesteld mag worden aan weerstand op zich. Een vorm kan slechts tijdelijk of bij vlagen onoverdraagbaar zijn. Veel hangt af van de context waarin – en de methoden waarmee – een vorm verondersteld wordt overgedragen te worden – of niet. Betekent dit dat het niet-overdraagbare actief gezocht, met betekenis bekleed en in onze verbeelding opgenomen moet worden, als het weerstand wil kunnen bieden? Of is het een van de verschijnselen die weerstand bieden door het anti-essentialisme te ondermijnen en daarmee uiteindelijk het idee tegenspreken dat het menselijk subject alles in de hand heeft?

Terug naar de hoofdpagina